2014 – Verslag netwerkbijeenkomst 14 november 2014 Doelgroepen
Centrale vraag: Voor wie zijn wij als stadsdorpen?
De doelgroep blijkt verschillende gedefinieerd. Als centraal punt geldt: voor oudere buurtbewoners het mogelijk maken langer in de buurt te blijven wonen. In de ene situatie betekent dit dat leden geacht worden ‘senioren’ te zijn, in andere buurten probeert men ook jongere bewoners bij het stadsdorp te betrekken.
- Mogelijk: scholieren en studenten kunnen tegen een vergoeding ouderen helpen met bijvoorbeeld computerproblemen.
- Ouderen kunnen omgekeerd ook scholieren soms weer helpen (huiswerk?).
- Gezamenlijke activiteiten kunnen de contacten stimuleren.
Moet je als stadsdorp je ook inzetten voor oudere, niet bij het stadsdorp betrokken buurtbewoners?
Als je je als persoon daarvoor in wil zetten, kan dat altijd. Als stadsdorp zou men vooral moeten signaleren en knelpunten melden bij een wijkteam of zorgcoördinator.
Werken met betalende leden (bij stadsdorpen die zich als vereniging of stichting of coöperatie hebben georganiseerd) betekent, dat leden meer betrokken zijn bij de activiteiten van het stadsdorp. Stadsdorpen zonder betalende leden vinden het een voordeel, dat iedereen uit de buurt kan deelnemen als een activiteit hem of haar aanstaat. Er is geen drempel om mee te doen.
Hoe krijg je meer leden of deelnemers van verschillende doelgroepen?
Bij veel stadsdorpen zit de groei vooral in mond tot mond reclame. Mensen nodigen kennissen of vrienden of buren uit mee te gaan. Daarnaast werven sommige stadsdorpen via flyers, website e.d. nieuwe leden/deelnemers.
In de stadsdorpen, waar ook mensen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond wonen, signaleert men, dat deze groepen nauwelijks bereikt worden. Men neemt aan, dat zij zelf een eigen netwerk hebben.
Dit betekent al met al, dat het leden-/deelnemersbestand vrij homogeen blijft (in de meeste gevallen hoger opgeleide 50+ers). In de meeste gevallen kunnen we niet zeggen, dat de stadsdorpen een afspiegeling van de buurt vormen.
Hoe zorg je dat leden/bewoners geïnformeerd blijven?
De een werkt vooral moet informatie op de website, e-mailberichten. Een ander verspreidt informatie via binnenbuurtcoördinatoren die verantwoordelijk zijn voor de verspreiding in hun areaal.
In veel gevallen loopt men op tegen het fenomeen, dat niet alle leden/belangstellenden via internet bereikt kunnen worden. Een oplossing hiervoor is: leden, die in de buurt wonen, vragen de mails en nieuwsbrieven uit te draaien en bij deze mensen af te geven.