Kennisbank

Buurtcoöperatie Oostelijk HavenGebied

Inleiding door Meta de Vries, coördinator Buurtcooperatie Oostelijk HavenGebied (OHG) (gehouden tijdens netwerkbijeenkomst 29-11-2019)

In 2014 ontstond er een netwerk in de buurt vanuit de gedachte: we worden ouder worden en willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Vanaf het begin is gezegd dat enige “massa” nodig is om ook daadwerkelijk zelf regie te houden over hoe wij wonen en leven in het OHG. Zo ontstond het idee van een Buurtcoöperatie, die formeel op 1 april 2015 is opgericht.

De buurt omvat ongeveer 18.000 inwoners, de coöperatie heeft 150 betalende deelnemers, ongeveer 1500 namen in haar bestand en beschikt over ongeveer 150 telefoonnummers die gebruikt worden voor diverse belcontacten.

De coöperatie is ontstaan uit een initiatief met eettafels en geleidelijk uitgebreid met aandacht voor duurzaamheid, zorg, kunst / cultuur en jeugd (de Buurtloop) en de Buurtbel.

In het gebied dat de coöperatie bestrijkt zijn 2 stadsdorpen: Java-eiland en KNSM-eiland.

De coöperatie beschikt sinds 2016 over een ruimte: de Eester, aan de Van Eesterenlaan, een oud schoolgebouw, waar inloop kan plaatvinden evenals diverse activiteiten: muziek, film, spelletjes ed. Eettafels en yoga vinden hier ook regelmatig plaats. In de buurt is een “repaircafé”.

Daarnaast beschikt de coöperatie over een “fysieke” krant en een digitaal platform.Het deelnemers-bestand bestaat uit een mix van jong en oud, ook expats, wel voornamelijk “wit en hoger opgeleid”.

Financieel: er is een startsubsidie geweest vanuit de Centrale Stad; inkomsten worden nu, naast een bijdrage uit de sociale basis, ook verkregen door lidmaatschappen, verhuur aan zzp-ers van de ruimte, die de coöperatie niet gebruikt, en incidentele giften.

Zonder subsidie is OHG niet in staat te blijven bestaan, dus wordt nu gekeken hoe op langere termijn inkomsten zijn te genereren.

De “Buurtbel”: dit project wordt gerund door 2 coördinatoren, beiden als zzp-er. Het idee hier achter is om mensen (jong en oud) aan elkaar te koppelen voor onderlinge (niet lijf-gebonden) hulp en ondersteuning, hetgeen goed lukt.

Er zijn korte lijnen met de formele zorg en men spreekt elkaar ongeveer 1x per 6 weken aan de wijktafel. Aandacht voor de toenemende groep ouderen is noodzakelijk: het is van groot belang dat de informele zorg als startpunt wordt gezien en niet als sluitstuk.

De hoop en verwachting is dat in de komende jaren het schoolgebouw wellicht geschikt te maken is voor langer verblijf van ouderen. Daarnaast wordt gewerkt aan een toekomstplan met o.a. aandacht voor vergroening van de buurt, de energietransitie, de historie van de buurt enz.