Hoe betrek je alle generaties bij je stadsdorp?
Door rekening te houden met de kenmerken van verschillende generaties. Op de netwerkbijeenkomst in juni 2016 hield Marcella Blok van stadsdorp VondelHelmers een kort verhaal over de generatietheorie. Deze theorie is opgezet door Henk Beckers en verder ontwikkeld door Aart Bontekoning. Het is een typologie,dus de theorie trekt de werkelijkheid uiteen in categorieën. Naast de generatie waaruit iemand afkomstig is zijn er uiteraard veel meer factoren (leefstijl, levensfase om er maar twee te noemen) die iemands gedrag bepalen, maar toch… kan het helpen.
Hieronder het schema van de generaties, overgenomen van www.aartbontekoning.com. Dat is ook de website waar je veel meer informatie kunt vinden.
De typologie is ontstaan door mensen te vragen “waarvan krijg je energie” en “waarvan verdwijnt je energie”?
Als je dit overzicht ziet, is het niet verwonderlijk dat de actieve stadsdorpers leden van de protestgeneratie blijken te zijn. Dit is de groep die vanaf haar adolescentie steeds de aandacht vraagt voor die onderwerpen waar ze zelf op grond van hun leeftijdsfase mee bezig zijn. Eerst “democratisering” en “baas in eigen buik”, tot nu “euthanasie” en “voltooid leven”. Je zou kunnen zeggen dat als ze individueel ergens behoefte hebben, ze dat voor heel Nederland willen regelen of in een wet vastleggen. Het is een kwaliteit van deze generatie en daardoor maken zij in grote mate de stadsdorpen mogelijk. Prima toch?
Als het merendeel van de stadsdorpers van deze generatie is, laten ze dan ogen en oren ophouden om de andere kwaliteiten en behoeften van andere generaties te zien en hen op die gronden bij je initiatief te betrekken. En houd rekening met hun levensfase.
Vraag dus niet van de pragmatische generatie dat ze eindeloos mee-vergaderen over de visie van het stadsdorp. Daarvan verdwijnt hun energie. Vraag hun mee te doen op hun manier: niet vaak, want ze hebben het erg druk, maar bevraag hen als je een nieuw idee wilt lanceren/organiseren. Ze zijn graag bereid om korte tijd mee te denken, en hebben praktische oplossingen hoe het aan te pakken.
Hier houdt mijn betoog op: de rest kun je zelf invullen. Wij gaan het proberen met een Generatiediner. Kijk daarvoor bij Zo kan het ook – tips.