Kennisbank

2019 – Verslag netwerkbijeenkomst 15 juni 2019 Inleiding wederkerigheid

Wederkerigheid

Jurgen van der Heijden hield een inleiding over het begrip wederkerigheid aan de hand van een aantal vragen dat aan hem was gesteld. Dezelfde vragen werden naderhand besproken in subgroepen van aanwezigen.

Hieronder staan de vragen en de antwoorden die Jurgen gaf. Het zijn algemeen geformuleerde uitspraken gebaseerd op zijn ervaringen bij de stichting “Omzien naar elkaar” in de provincie Utrecht. De concrete voorbeelden staan onderaan in de vorm van links naar de betreffende initiatieven.

De alledaagse definitie van wederkerigheid is “de ene dienst is de andere waard”.

In de stadsdorpen kennen we vooral de uitgestelde, indirecte wederkerigheid. D.w.z. vandaag doe ik iets voor jou, morgen doe jij iets voor iemand anders en overmorgen doet die ander iets voor mij. Of nog sterker: vandaag zorg ik voor iemand en ik reken er dan op dat ik jaren later anderen van het stadsdorp iets voor mij doen. (Niet: do ut des, Maar: reciprociteit)

  1. Hoe lang kunnen we uitstel van de opbrengst aan? Willen we “terugbetaald” worden binnen een bepaalde termijn? Of kunnen we uitgestelde wederkerigheid als een “verzekering in natura” zien? Waar je premie betaalt in de vorm van diensten en hoopt nooit de uitkering van de verzekering nodig te hebben?

We kunnen uitgestelde wederkerigheid aan als we weten dat we door onze acties meebouwen aan een wijk die in meer dan één opzicht meer waard wordt. In elk geval is een meerwaarde dat ik door mijn acties in een wijk woon waar ik langer kan blijven wonen, omdat daar ook voor mij zorg aanwezig is. Die terugbetaling kan met veel uitstel komen. Meteen komt de terugbetaling dat ik met meer plezier in mijn wijk woon, omdat de belevingswaarde omhoog gaat, en ook de vastgoedwaarde.

  1. Over grenzen. De meeste mensen zeggen – gezond en wel – dat ze graag iets voor een ander doen, boodschappen of zo. Waar is de grens? Men zegt wel: bij lichamelijke zorg. Is dat zo? Verschilt dat per persoon of is daar i.h.a. iets over te zeggen? Hoe kun je bevorderen dat mensen niet over hun eigen grenzen gaan ( bijv.veel meer of langer hulp bieden dat ze willen/aankunnen) waardoor ze afhaken?

Ook over grenzen: sommige mensen (bijv door psychiatrische problematiek) zijn onverzadigbare ontvangers               van diensten. Anderen zijn onverzadigbare hulpverleners. Hoe ga je daarmee om?

Vrijwillig werk moet vrijwilligerswerk blijven, en het werk van de zorgprofessional moet blijven zoals het is. Daar ligt de grens, want anders houd je het vrijwilligerswerk niet vol. Het grote verschil tussen de gangbare zorg en de zorg zoals de nieuwe coöperatieven deze leveren, is het samenspel tussen vrijwilligers en professionals. Vrijwilligers organiseren de vraag naar de inzet van vrijwilligers én van professionals en zorgen zo voor een goede ‘match’ met het aanbod. Dus vrijwilligers hoeven niet alle matches zelf te regelen, maar zien erop toe dat dit gebeurt. Hiermee zorgen zij voor een veel grotere efficiency dan in het gangbare systeem. Daarin zit hun kracht, en daarom kunnen professionals betaald blijven worden om professionele zorg te verlenen, en hoeven vrijwilligers daarvan geen groot deel over te nemen; de grens blijft ongeveer zoals deze nu bekend is.

  1. Is er verschil in wederkerigheid tussen “een ei of een boormachine lenen” en (zorg)diensten verlenen? Als er verschil is, waar ligt de grens? Deze vraag speelt bij veel stadsdorpen als volgt: men heeft een “vraag en aanbod” van eenvoudige diensten, waartoe contact gelegd wordt tussen twee leden van het stadsdorp? Daarnaast kent men voor onderlinge zorg allerlei varianten van binnenbuurten (20-50 mensen die bij elkaar in de straat wonen). Zie bijv http://www.stadsdorpnieuwmarkt.nl  als voorbeeld van het eerste en binnenbuurten als voor beeld  van het tweede.

Ja, er is een verschil tussen vrijwillige en professionele zorgdiensten, zoals hierboven duidelijk gemaakt; er is een grens. Onder die grens kan behulpzaam zijn om juist geen verschil te maken tussen vrijwillige zorgdiensten en tal van andere diensten, waaronder een boormachine uitlenen. Dit maakt het namelijk mogelijk om deze diensten uit te ruilen. Nu al laten de meeste coöperatieven zien dat zij zeer uiteenlopende activiteiten organiseren rond maaltijden, klussen, boodschappen, auto-ritjes, dagopvang en nog veel meer. Dat alles uitruilen is de kracht van het samenwerkingsverband en dat wordt alleen maar krachtiger naarmate er meer te ruilen valt.

  1. Wanneer zul je weten dat je inspanning het waard was? Welke resultaten willen mensen behalen?

In elk geval willen mensen zo lang mogelijk zo goed mogelijk in hun wijk blijven wonen, een soort pensioenverzekering. Ook willen zij best voor hun buurman of buurvrouw helpen zorgen, maar niet alleen. Resultaat dat mensen willen behalen is een wijk waarin zij gezamenlijk, en in samenwerking met andere wijken, hun voorzieningen overeind houden.

  1. Welke voorwaarden/omstandigheden zijn bevorderlijk voor het op gang brengen van wederkerigheid?
  • Voor de hand liggend antwoord, maar niet minder belangrijk, is vertrouwen. Een woord dat wat sleets is geraakt door de ontelbare hoeveelheid keren dat de overheid dit uitspreekt. Opvallend is dat juist de nieuwe gemeenschappen van mensen dit woord waarmaken. Als geen ander kunnen zij vertrouwen organiseren.
  • Hoewel vertrouwen binnen een gemeenschap anders doet vermoeden, want dit draait om personen, is tegelijk een enigszins ‘onpersoonlijk’ verband van belang om wederkerigheid op gang te brengen. Mensen komen eenvoudiger tot wederkerigheid met een organisatie via welke zij tot afspraken komen met anderen, dan rechtstreeks met die ander.
  • Er moet ‘in dienst van het samenwerkingsverband’een matchmaker zijn, want dan kun je het werk als samenwerkingsverband volhouden, en kun je groeien.
  1. Vraagverlegenheid: mensen zijn sneller bereid hulp aan te bieden dan hulp te vragen. En als je hulp vraagt en krijgt, wil je terugbetalen. Hoe krijg je de vragen op tafel? Zie ook 

De matchmaker in dienst (betaald of onbetaald) van een enigszins onpersoonlijke organisatie verlaagt de drempel om te durven vragen en aanbieden. Zeker als de vragers en aanbieders eigenaarschap voelen van deze organisatie, dan durven zij echt te vragen en aan te bieden. Dus het stadsdorp moet persoonlijk en onpersoonlijk blijven. Elkaar leren kennen, mede eigenaar zijn, maar enigszins formele spelregels voor zorgvragen.

  1. Het lijkt erop dat stadsdorpen bevolkt worden door mensen met een hogere opleiding en veel algemene ontwikkeling. Kortom, mensen met eenzelfde leefstijl. Is dat belangrijk om de wederkerigheid te laten slagen? Kunnen we mensen met andere leefstijlen erbij halen of wordt het dan (te) moeilijk?

Gemeenschappen zijn onderling solidair, maar hoeven daarom nog niet in elkaar op te gaan. Zij zijn inclusief, maar identiteit is een deel van hun kracht. Voor zover ik dat kan overzien, zijn de Stadsdorpen daarvan een voorbeeld. Zeker wanneer je professionele zorg samen overeind helpt houden, doet levensstijl er minder toe.

  1. Wederkerigheid werkt a.h.w. met geheime boekhoudingen. Mensen houden toch wel een beetje in de gaten of anderen nooit wat doen. De liefde moet van twee kanten komen, zeggen we dan. Is een systeem van vastleggen van de wederkerigheid (Noppes of ander nepgeld) haalbaar? Kun je na 20 jaar je zak vol “punten” nog wel inleveren? Moet je “punten” hebben om geholpen te worden?

Laat je iemand zonder punten in de kou staan? Als je er met z’n allen, en in steeds grotere verbanden, in slaagt om de zorg overeind te houden, dan is deze vraag minder dwingend. Lokale munteenheden zijn op z’n minst lastig. Ik sluit hun succes niet uit, maar je moet goed weten waaraan je begint. Het brengt een enorme bureaucratie met zich mee. Veel interessanter dan deze financiële constructie vind ik de lokale economie die daaronder zit.  Met Stadsdorpen geef je daaraan een impuls en geef je zo stimulans aan mensen om zich in te zetten. Als dat groeit, kunnen steeds meer mensen een steentje bijdragen en gaat dat vanzelf. Dat is veel goedkoper dan een controlesysteem, zelfs als daar een enkele free rider tussen zit.

www.omziennaarelkaar.nl

www.austerlitzzorgt.nl

www.lunettenwilwel.nl

www.zorgcooperatie-voorschoten.nl